Paul Mijksenaar
Martijn Engelbreck
Max isman
Piet Schreuders
P. Paul Mijksenaar (1944) is een Nederlandse ontwerper van visuele informatie, in 1986 oprichter en sindsdien directeur van het information design consultancybureau Mijksenaar, en van 1992 tot 2007 professor Vormgeving Visuele Informatie aan de TU Delft faculteit Industrieel Ontwerpen.

Mijksenaar is gespecialiseerd in het ontwerp van complexe informatie interfaces, zoals bewegwijzeringssystemen voor luchthavens en stations. Hij schreef en illustreerde meerdere boeken, waaronder: Visual Function: A Brief Introduction to Information Design, Princeton Architectural Press 1997, en Open Here: The Art of Visual Instruction, met Piet Westendorp, Thames and Hudson 1999. Hij werkte ook mee aan de door Steven Spielberg geregisseerde film The Terminal uit 2004. Hij is de ontwerper van de richtingsborden die al enige jaren (en nu, peildatum 2007) op Schiphol worden gebruikt.

Opmerkelijk details: belangrijke benamingen worden weer met een hoofdletter geschreven (na jarenlang met een 'kleine' letter), en de pieren A en B bestaan niet meer op Schiphol sinds Mijksenaar zijn ontwerp invoerde.

Mijksenaar schreef enige malen (in ongeveer 2005) in het M Magazine van het NRC Handelsblad over veel voorkomende problemen in het dagelijks gebruik van de meest uiteenlopende dingen van verkeersbord tot deurkruk in zijn column 'Mijks Repairshop', waar hij eveneens de oplossing voor het probleem aandroeg.
Paul Mijksenaar
Martijn Engelbreck
Drianus Martinus Frederik (Martijn) Engelbregt (Den Haag, 22 februari 1972) is een Nederlandse kunstenaar. Naast zijn werk als kunstenaar doceerde Engelbregt aan de Amsterdamse masteropleiding het Sandberg Instituut en heden ten dage is hij werkzaam als docent begeleider aan de No-Academy.

Martijn Engelbregt studeerde in 1996 af aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht, faculteit Beeldende Kunst en Vormgeving. In hetzelfde jaar richtte Engelbregt het registratieonderzoeksbureau op onder het acroniem EGBG (Engelbregt Gegevens Beheer Groep / Eens Gegeven Blijft Gegeven).

Door het "Tegenscript", een vragenlijst om telemarketeers van repliek te dienen, kreeg Engelbregt nationale bekendheid. Het schema zorgt ervoor dat je niet langer vragen van de telemarketeer beantwoord, maar zelf vragen kunt stellen. Het "Tegenscript" is in meer dan 10 talen vertaald en gebruikt door ruim 1 miljoen mensen wereldwijd.
Door Het Illegalenformulier (december 2003) kreeg Engelbregt opnieuw internationale aandacht. Via dit officieel ogende formulier werden 200.608 Amsterdamse gezinnen gevraagd illegalen aan te geven. Het project van Martijn Engelbregt was bedoeld om 'het vraagstuk van de illegalen nadrukkelijker op de agenda te zetten' en leidde tot tientallen woedende telefoontjes naar de politie.

In 2004 richtte Engelbregt De Dienst op, om via dit orgaan tot een democratisch kunstwerk in het logement van de Tweede Kamer te komen. Zo riep hij het Nederlandse volk op om een kunstwerk in te sturen, waarna men via de website op de ingestuurde werken kon stemmen. Dit project resulteerde in een bureaucratische rompslomp waarin Engelbregt het democratische systeem een spiegel voorhield. Na 74.630 stemmen werden negen kunstwerken door Engelbregt uitgekozen en permanent in het logement van de Tweede Kamer geplaatst.
Max Kisman
Ook al werkt hij meer dan 35 jaar als grafisch ontwerper en illustrator, Max Kisman (1953) blijft vernieuwend en origineel. Met een duidelijk herkenbare, schijnbaar eenvoudige, heldere lijn ontwerpt hij letters, typografieën, websites, televisieleaders, posters, boeken, tijdschriften en apps. Dit werk zal te zien zijn tijdens de expositie ‘Max Kisman: Beeld – Taal’ van 3 maart tot en met 16 juni 2013 in het GR-ID.

Meer dan dat het een overzicht is van het breed uitwaaierende grafische werk van Kisman, benadrukt het GR-ID in tentoonstelling de verhouding tussen beeld en taal, tussen illustratie en letter.
Piet Schreuders (Rotterdam, 1951) is een Nederlands grafisch ontwerper, kleine uitgever en radioprogrammamaker.
Vanaf 1969 studeerde hij rechten en Nederlands in Amsterdam maar ging zich uiteindelijk richten op vormgeving. Hij werkte mee aan de vormgeving van onder andere Aloha en Hitweek.

In 1977 zette hij zijn kritische kijk op vormgeving uiteen in zijn boek Lay In, Lay Out. Later werd hij art director van de VPRO Gids en kreeg daarvoor in 2003 de Mercur Award voor beste art director. Hij ontwierp voor onder andere het Rijksmuseum en Koot & Bie (waaronder de Juinensche Courant). Schreuders maakte voor de VPRO de radioprogramma's Vrije Geluiden en tussen 1992 en 2000 Instituut Schreuders. Verder ontwierp hij cd-hoesjes en boekomslagen. Hij is ontwerper en uitgever van de tijdschriften De Poezenkrant (sinds 1974) en Furore.

In 1979 maakte hij samen met Theo Uittenbogaard een documentaire over typografie in krant, voor film, op TV en op straat in Los Angeles en Hollywoord getiteld: HOLLYWOOD AT LAST!, Letters in Los Angeles voor de VPRO, met de -door hem vervaardigde- uitgebreidste aftiteling ooit vertoond. In 1999 was hij onderwerp van De bril van Piet Schreuders, een aflevering van Het uur van de wolf.
Piet Schreuders
Josef Albers
Josef Albers (Bottrop, 19 maart 1888 – Orange, 25 maart 1976) was een Duitse kunstenaar en leraar, wiens werk, zowel in Europa als in de Verenigde Staten, de basis vormde van een aantal van de invloedrijkste en verreikende kunstonderwijsprogramma's van de 20e eeuw.

Albers werd geboren in Westfalen, en studeerde kunst in Berlijn, Essen en München (waar onder anderen Franz von Stuck zijn leermeester was), alvorens hij in 1920 aan het later beroemd geworden Bauhausinstituut in Weimar terecht kwam. Hij werd daar hoogleraar in 1925, het jaar dat het Bauhaus naar Dessau werd verplaatst. In 1922 zette hij in het Bauhaus een glazeniersatelier op en later stond hij ook aan het hoofd van het meubelmakersatelier.

Met de sluiting van het Bauhaus onder druk van de nazi's in 1933, emigreerde Albers naar de Verenigde Staten en ging naar de faculteit van het Black Mountain College in North Carolina, waar hij tot 1949 het schilderprogramma organiseerde. Bij Black Mountain waren zijn studenten onder meer: Willem de Kooning, Robert Rauschenberg en Robert Motherwell. In 1950 verliet Albers Black Mountain om de afdeling Ontwerp te leiden bij Yale University in New Haven, Connecticut, tot hij zich in 1958 terugtrok uit het onderwijs. In 1963 publiceerde hij Interaction of Color (Kleurinteractie) over zijn theorie dat kleuren door een interne en bedrieglijke logica worden geregeerd. Hij bleef in New Haven wonen met zijn vrouw, de textielkunstenares Anni Albers, en bleef schilderen en schrijven tot zijn dood op 25 maart 1976.

Vanaf 1949 maakte Albers zijn zogenaamde 'structurele constellaties'. Dit zijn een reeks architectonisch met elkaar verbonden tekeningen die optisch omgekeerd kunnen worden geïnterpreteerd (volgens het principe van de kubus van Necker). Voor Albers was de zelfstandigheid van kleur steeds een belangrijk thema in zijn werken.

Hij noemde kleur 'het meest relatieve middel van de kunst'. Een van zijn belangrijkste werken is Hommage to the Square uit 1963 (Keulen, Museum Ludwig), dat verschenen is in de vorm van olieverfschilderingen, in offset en in serigrafie. In de geboortestad van Albers bevindt zich sedert 1983 het Josef-Albers-Museum als onderdeel van museum Quadrat Bottrop.
Robert Rauschenberg
Robert Rauschenberg (Port Arthur, Texas, 22 oktober 1925 – Captiva Island, Florida, 12 mei 2008) was een Amerikaanse kunstenaar, die aan de basis stond van de Amerikaanse popart-beweging.

Opgegroeid in een streng christelijke familie kwam Milton (zijn eigenlijke naam) Rauschenberg als 18-jarige door museumbezoek in contact met kunst. Van 1942 tot 1945 diende hij bij de Amerikaanse marine waar hij zich bewust werd van zijn tekencapaciteiten. Hij studeerde in 1947 in Parijs aan de Académie Julian, van 1948 tot 1950 in North Carolina aan het Black Montain College waar hij les kreeg van de uitgeweken Bauhaus-leraar Josef Albers. Vanaf 1949 volgde hij de lessen aan de befaamde Art Students League of New York, waar hij in 1952 afstudeerde.

Zijn eerste combine dateert uit 1953. Van de combine 'Bed' uit 1955, bestaande uit olieverf, hoofdkussen, lakens en dekens, wordt beweerd dat de kunstenaar zijn eigen beddengoed gebruikte om dit kunstwerk te maken, omdat hij geen geld bezat om schildersdoek te kopen.

Al snel merkte Rauschenberg dat het individualistische expressionisme een kunststroming was, die hij niet erg apprecieerde. Daarom ontwikkelde hij een realiteit gericht op kunst. Daarop gebaseerd was de stelling: de kijker en kunstenaar zijn gelijkwaardig. Hiermee wilde hij duidelijk maken, dat de laatste actief aan het creatieve gebeuren diende deel te nemen.
Hij evolueerde van abstract expressionist naar popart-artiest en meer bepaald assemblagekunstenaar. Hij stond bekend als schilder, beeldhouwer, fotograaf, performer en choreograaf.

Robert Rauschenberg werd geïnspireerd door Andy Warhol (met zijn zeefdrukken), John Cage met zijn filosofie en Jasper Johns (vanwege zijn objecten en symbolen). Hij had langdurige romantische verhoudingen met de kunstenaars Cy Twombly en Jasper Johns.
John Cage
John Milton Cage (Los Angeles, 5 september 1912 - New York, 12 augustus 1992) was een Amerikaans avant-gardecomponist; hij was een van de grootste vernieuwers van de klassieke muziek uit de 20e eeuw. Hij was voor de Tweede Wereldoorlog bekend door zijn Oosters getinte muziekwerken. Na 1950 kwam hij met de radicale toepassing van het toevalselement in zijn muziek.

Cage werd geboren in Los Angeles in een van oudsher streng christelijke familie, als zoon van de excentrieke uitvinder John Milton Cage sr. (1886–1964) en Lucretia Harvey (1885–1969), die bij tijd en wijle journalistiek werk deed voor de Los Angeles Times. Hij hield zich in zijn jeugd niet bijzonder intensief met muziek bezig maar had andere ambities, bijvoorbeeld in de richting van schrijven.

Hij slaagde in 1928 voor zijn examen aan de Los Angeles High School nadat hij in het voorjaar een bekroonde lezing had gegeven waarin hij het idee van een dag van stilte naar voren gebracht had. Op de universiteit, Pomona College in Claremont, waar hij zich dat jaar voor een theologiestudie had ingeschreven toonde hij zich een goede, maar zeer eigenzinnige leerling. In deze tijd maakte hij kennis met het werk van onder anderen Marcel Duchamp, James Joyce en Ananda Coomaraswamy. In het tweede jaar kwam hij tot het inzicht dat de opleiding hem als schrijver niets te bieden had en reisde af naar Europa, waar hij achttien maanden verbleef.

Hij deed in Parijs verkennend onderzoek naar gotische en Griekse architectuur waarna hij begon met schilderen poëzie en muziek. Hij maakte er kennis met de muziek van Igor Stravinsky, Paul Hindemith en Johann Sebastian Bach. Hoewel hij door het lezen vans Leaves of Grass door Walt Whitman hernieuwde belangstelling voor Amerika kreeg konden zijn ouders hem overhalen voor terugkeer eerst wat meer van Europa te gaan zien, zodat hij een rondreis maakte door Duitsland, Frankrijk en Spanje. Op Mallorca begon hij te componeren met behulp van wiskundige formules maar Cage was niet tevreden over het resultaat. In Sevilla raakte hij onder de indruk van de gelijktijdige visuele en akoestieke belevenissen, waarin hij kansen voor theater zag.
Damien Hirst
Damien Hirst (Bristol, 7 juni 1965) is een Brits kunstenaar. Hij is een van de belangrijkste leden van een groep die later onder de naam Young British Artists (YBA) bekend is geworden. Zijn doorbraak kwam in 1988 tijdens een tentoonstelling genaamd Freeze (bevroren) in een leegstaand Londens havenpand. Deze groep werd bekend door de aankopen van de Britse kunstverzamelaar Charles Saatchi.

Zijn bekendste werken zijn dieren (onder meer een tijgerhaai, schaap en een koe) die in een aquarium zijn gepreserveerd in formaldehyde. Vaak dragen deze werken een lange titel, die niets te maken heeft of lijkt te hebben met het beest. De installatie met de haai (1991) heet bijvoorbeeld The Physical Impossibility Of Death In The Mind Of Someone Living (vrij vertaald: De fysieke onmogelijkheid van de dood in de geest van iemand die leeft).

Dit werk werd begin jaren tachtig aangekocht door de Britse kunstverzamelaar Charles Saatchi en in 2004 voor £ 6,5 miljoen (€ 9,3 miljoen) doorverkocht aan Hedgefonds-Manager Steven Cohen. Daardoor won Saatchi niet alleen € 9.225.000, maar promoveerde ook Damien Hirst, op Jasper Johns na, tot de duurste nog levende kunstenaar.

Enkele andere werken zijn The Dream, Het Gouden Kalf en The Incredible Journey. Hirsts werk Lullaby Spring werd in juni 2007 bij Sotheby's voor € 14,5 miljoen bij opbod verkocht. Daardoor ging het om het duurst geveilde kunstwerk ooit van een nog levende kunstenaar.
Joop Beljon
Joop Beljon (Schoten, 11 januari 1922 – Oud-Beijerland, 12 december 2002), was een Nederlandse lithograaf en beeldhouwer. Onder de naam J.J. Beljon en het pseudoniem B(ernhard) Majorick was Joop Beljon ook schrijver. Het pseudoniem had Beljon overgenomen van de schrijver Godfried Bomans.

Johannes Jacobus (Joop) Beljon was een leerling van de beeldhouwer Theo van Reijn.
Beljon was een omgevingskunstenaar en hij werkte veelvuldig samen met de architecten van projecten in opdracht van de Rijksgebouwendienst, onder andere in Den Haag, Arnhem, Apeldoorn, Nijmegen, Groningen en Utrecht.
Hij voerde werken uit in diverse landen, zoals in:

de Verenigde Staten: Homage to Sam Rodia (1965), campus California State University - Long Beach (wit geschilderd beton, 19-delig en 4 à 5 meter hoog).
Mexico: Tertulia de los Gigantes (1968) in Mexico-Stad (7 felgekleurde betonnen torens); sculptuur Al Alimon (2001) op het eiland Isla Mujeres en sculptuur Caballo Negro (postuum, 2003) in Chetumal, de hoofdstad van Quintana Roo op het schiereiland Yucatán.

Bahrein: 3 tuinen annex fonteinen en zwembad (1981) in Bahrein.
Israël: plastiek Dukdalf (1984), Shaltielgebouw in Jeruzalem (project met andere kunstenaars, zoals Sheila Hicks en Alexander Calder).

In 1998 won hij de oeuvreprijs Nederlandse beeldhouwkunst, de Wilhelminaring, waarna hij de opdracht kreeg voor een sculptuur in het Sprengenpark in Apeldoorn. Gedurende 27 jaar was Beljon directeur van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag (1957-1985). Bij aanvang van zijn directeurschap kreeg de academie het predicaat Koninklijk ter gelegenheid van het 275-jarig bestaan.
John Körmeling
John Körmeling (Amsterdam, 1951) is een Nederlandse beeldhouwer en architect. Hij realiseerde vele opdrachten in de openbare ruimte en nam deel aan tentoonstellingen in binnen- en buitenland.

Körmeling studeerde architectuur aan de toenmalige Technische Hogeschool Eindhoven in Eindhoven en woont en werkt aldaar. Hij is meer dan een architect. Hij heeft een brede en onconventionele kijk op architectuur, omdat dit voor hem niet slechts bouwkunst behelst, maar ook stedenbouwkunde, design en beeldende kunst. Zijn werk draagt hier de sporen van en kan niet worden ondergebracht onder één noemer. Het leitmotiv van zijn oeuvre is het begrip 'ruimte' en de verschillende manieren waarop men hiermee kan omgaan.

De problematiek van stadsplanning, in combinatie met het groeiende aantal auto's en de nodige infrastructuur hiervoor (bijvoorbeeld: autosnelwegen en parkeergarages) fascineert Körmeling. Een groot deel van zijn oeuvre draait rond het vinden van creatieve en artistiek verantwoorde oplossingen voor het tekort aan parkeerplaatsen en voor files. Körmelings projecten zijn vaak geïdealiseerd en onuitvoerbaar en geven meestal blijk van een fijn gevoel voor humor.

Zo maakte hij in 1999 een reuzenrad voor auto's in Utrecht: 'Drive-in wheel'. Bij Körmeling zijn vorm en inhoud vaak op zodanige manier met elkaar in overeenstemming dat beide in een oogopslag duidelijk zijn. In 2008 werd het opmerkelijke Draaiend huis gerealiseerd op een rotonde in Tilburg.
Eadweard Muybridge
Eadweard Muybridge (Kingston upon Thames, 9 april 1830 – aldaar, 8 mei 1904) was een naar de VS uitgeweken Brits fotograaf.

Muybridge kreeg van Leland Stanford, oud-gouverneur van Californië, de opdracht om via fotografie te achterhalen of een paard in galop helemaal loskomt van de grond. Via een ingewikkelde proefopstelling met twaalf snelle fototoestellen en een paard genaamd Sallie Gardner vond hij het antwoord: ja!

Het was alleen anders dan men tot dan toe een paard had afgebeeld. Met een eigen uitvinding, de zoopraxiscoop probeerde Muybridge nu de nageschilderde foto's te projecteren. Ook werkte hij aan een project getiteld 'Animal Locomotion' waarin hij de bewegingen van een hele reeks dieren via foto's kon analyseren. In 'The Human Figure in Motion' legde hij bewegingen van mensen door middel van reeksen kleine foto's vast in allerlei posities.
Muybridge was de eerste die foto's maakte waarbij de belichtingstijd maar een fractie van een seconde duurde. Tot dan toe was de belichtingstijd niet korter dan een paar seconden. Zo kon hij dus onbewogen foto's maken van het paard. Hij was ook de eerste die een mechanische snelwerkende sluiter gebruikt.

Tijdens zijn onderzoek voor de gouverneur van Californië vermoordde Muybridge de minnaar van zijn vrouw. Dankzij de juiste relaties verbleef hij slechts kort in de gevangenis en kon hij zijn onderzoekswerk snel hervatten.
Scott McCloud
Scott McCloud (Boston, 10 juni 1960) is een Amerikaanse stripmaker en media theoreticus. Hij is voornamelijk bekend om zijn strip Understanding Comics.

Na het behalen van een bachelor in de kunsten, Scott McCloud creëerde de strip [Zot!]. Het werd gepubliceerd door Eclipse Comics van 1984 tot 1990. Hij heeft onder andere Understanding Comics (1993), Reinventing Comics (2000) en Making Comics (2006) geschreven.
Hans Eduard Meier
Hans Eduard Meier (* 30. Dezember 1922 in Horgen) ist ein Schweizer Schriftentwerfer, der vor allem durch seine Schriftart Syntax bekannt wurde. Er lebt und arbeitet seit 1992 in Obstalden-Unterkirchen.

Meier hat nach dem Besuch der Primar- und Sekundarschule von 1939 bis 1942 eine Lehre als Schriftsetzer in Horgen absolviert. Danach besuchte er in den Jahren von 1943 bis 1945 die Kunstgewerbeschule Zürich. Im ersten Semester besuchte er die Setzerklasse bei Karl Sternbauer. Daran schlossen sich zwei Semester in der Fachklasse für Typografie bei Alfred Willimann an. Sein Studium schloss er mit dem einsemestrigen Vorkurs und der konsekutiven einsemestrigen Fachklasse für Grafik bei Ernst Keller ab. Nach dem Studium war er zunächst von 1946 bis 1948 Graphiker bei der Monatszeitschrift "du" in Zürich. Daran schloss sich eine Tätigkeit als Graphiker (u. a. bei der UNESCO) in Paris an.

1950 kehrte er an seine ehemalige Ausbildungsstätte Kunstgewerbeschule Zürich als Fachlehrer für Schrift und Zeichnen zurück und unterrichtete dort bis zu seiner Pensionierung 1986.

Parallel zu dieser Tätigkeit übernahm er ab 1950 auch freie Auftragsarbeiten für die Industrie. Außerdem entstanden Plakate für die Tonhalle Zürich sowie das Kunsthaus Zürich. Ab 1978 hielt er zahlreiche Vorträge zum Thema Schrift in New York, Providence, Portland, San Francisco, Los Angeles, Boston, Montreal, Mainz, Zürich, Basel, Glarus, Leipzig, Stuttgart und Weimar. Zusätzlich war er von 1984 bis 1992 Dozent für "Schriftgestalten am Computer" am Institut für Computersysteme an der ETH Zürich.

Meier war außerdem noch Dozent für Schriftgestaltung am Computer im Studienbereich Visuelle Gestaltung an der Hochschule für Gestaltung und Kunst Zürich, der heutigen Zürcher Hochschule der Künste.
Adrian Frutiger
Adrian Frutiger (Unterseen, 24 mei 1928) is een Zwitserse letterontwerper. Hij is een van de prominentste letterontwerpers van de twintigste eeuw, nog steeds toonaangevend in de digitale typografie in deze tijd; hij is bekend om zijn ontwerpen van de lettertypen Univers, Frutiger en Avenir

Adrian Frutiger werd geboren nabij Interlaken als zoon van een wever. Als jongen experimenteerde hij met zelfgetekende en in stijl geschreven handschriften, als reactie tegen de formele schrijfkunst die toen onderricht werd op Zwitserse scholen. Zij moedigden hem aan om in de drukkunst te gaan werken. Tijdens zijn bezigheden in de drukkerswereld behield hij echter zijn liefde voor beeldhouwkunst, die de vormgeving van zijn lettertypen heeft beïnvloed.

Toen hij zestien jaar was genoot hij een vierjarige stage-opleiding tot typograaf bij drukker Otto Schärffli in Interlaken; tussen 1949 en 1951 studeerde hij onder Walter Käch en Alfred Willimann op de Kunstgewerbeschule (school voor kunstnijverheid) in Zürich, waar monumentale Romeinse inscripties met doordruktechniek werden bestudeerd. Op de Kunstgewerbeschule leerde Frutiger aanvankelijk de kalligrafie.
Paul van der Laan
Paul van der Laan operates from a studio near the seaside in The Hague as a typographic designer. He runs Type Invaders, his privately owned typography studio, and is founding partner of Bold Monday, an independent font foundry.

He is a tutor at the Type & Media masters course at the Royal Academy of Art (KABK) in The Hague. He has given workshops and lectures about type design at numerous schools, including the Hochschule für Gestaltung in Basel, Konstfack in Stockholm, ECAL in Lausanne, AFAD in Bratislava and at various conferences, including Typo Berlin, Forum Typography and ATypI.

He is the designer of acclaimed typefaces, including Rezident (Linotype), Flex (Type Invaders), Chalet Comprimé (House Industries), FF Kievit Pro (FontFont, in conjunction with Mike Abbink), Feisar (Type Invaders).
Jacob van Deventer
Jacob Roelofs van Deventer (Kampen, ca. 1500/1505 - Keulen, 1575) was een Nederlandse cartograaf.
Over Jacob Roelofs van Deventer zijn bijzonder weinig biografische gegevens bekend. Hij duikt in de bronnen op wanneer hij zich op 24 april 1520 als Jacobus de Daventria inschrijft aan de Leuvense universiteit.

Zijn geboorte wordt dan ook traditioneel omstreeks 1500/1505 gesitueerd. Ondanks zijn naam is Jacob waarschijnlijk niet in Deventer geboren, maar wel in het eveneens in Overijssel gelegen Kampen. Zijn ongehuwde moeder trouwt omstreeks 1510 met Roelof, een inwoner van Deventer, de stad waar Jacob dan zijn verdere jeugd doorbrengt. In Leuven gaat Van Deventers belangstelling oorspronkelijk uit naar de geneeskunde en de wiskunde, maar later heroriënteert hij zich naar de landmeetkunde en de cartografie. Dit resulteert in 1536 in een kaart van het hertogdom Brabant, de eerste gedrukte kaart binnen de Nederlanden. Tot 1545 volgen nog kaarten van de gewesten Holland, Gelre, Friesland en Zeeland. Daarvoor maakt Van Deventer als een der eersten gebruik van driehoeksmeting.

Gemma Frisius, tijd- en geestesgenoot van Van Deventer, zet de theorie van deze werkwijze in 1533 uiteen in zijn Libellus de locorum describendorum ratione. Deze gewestkaarten zijn het begin van een indrukwekkend oeuvre als kaartenmaker. De titel van keizerlijk geograaf die Van Deventer omstreeks 1540 krijgt, wordt na de abdicatie van keizer Karel V in 1555 omgezet in die van koninklijk geograaf.

Het is in die functie dat Jacob van Deventer in 1558 van Filips II van Spanje een opdracht krijgt, die zal uitgroeien tot zijn levenswerk: de kartering van alle steden van de toenmalige Nederlanden. Het opzet van deze opdracht is van militair-strategische aard. De stadsplattegronden van Van Deventer worden dan ook niet gedrukt. Zij zullen integendeel in de vergetelheid raken en pas in de tweede helft van de 19de eeuw terug opduiken.
Polykleitos
Polykleitos de Oudere (Latijn Polycletus Senior) was een Grieks beeldhouwer uit de 5e eeuw v.Chr.
Hij werd geboren te Argos en was net als zijn vakgenoten Phidias en Myron een leerling van Ageladas van Argos. In de Klassieke Oudheid werd hij gezien als een van de grote beeldhouwers van de klassieke periode, de gelijke van Phidias.

Hij geldt als de stichter van de School van Argos, en is de meest getalenteerde vertegenwoordiger van de Peloponnesische traditie in de tweede helft van de 5e eeuw v.Chr. Zijn werk werd niet beïnvloed door dat van Phidias en de Attische School. Polykleitos is ook de auteur van een verloren gegaan werk over beeldhouwkunst, de Kanoon (Canon = "richtsnoer"), waarin onder meer de ideale, wiskundige verhoudingen worden aangegeven.

Hij wordt gezien als de uitvinder van de contrapost-houding van een beeld. Er wordt vermeld dat hij een ideaal bronzen beeld goot als voorbeeld van zijn ideeën over symmetrie en ritmiek. Mogelijk was hij de vader van Polykleitos de Jongere, een begaafd architect, al wordt de identiteit van deze laatste soms in twijfel getrokken. Deze zou het theater de “Tholos” in Epidauros hebben ontworpen.
Plato
Plato (Oudgrieks: Πλάτων / Plátōn) - (Athene, ca. 427 – aldaar, 347 v.Chr.) was een Grieks filosoof en schrijver. Plato, leerling van Socrates en leraar van Aristoteles, is een van de meest invloedrijke denkers in de westerse filosofie en was ook de stichter van de Atheense Academie, het eerste instituut voor hoger onderwijs in het westen.

Hij schreef een aantal dialogen over zeer diverse onderwerpen en werd met zijn Ideeënleer de aartsvader van het filosofisch idealisme. Het blijft de vraag in hoeverre wij kunnen zeggen dat we Plato's eigen opvattingen kennen, aangezien hij nergens uit eigen naam spreekt, vaak vragen opwerpt zonder deze te beantwoorden en niet altijd consistent is.
Aristoteles
Aristoteles (Grieks: Ἀριστοτέλης, Aristotélēs) (Stageira, 384 v.Chr. - Chalkis, 322 v.Chr.) was een Grieks filosoof die met Socrates en Plato wordt beschouwd als een van de invloedrijkste klassieke filosofen in de westerse traditie. Hij was lid van Plato's filosofische Akademeia en diens invloed is dan ook aanwezig in Aristoteles' werk, hoewel Aristoteles een duidelijk van Plato afwijkende filosofische stroming vertegenwoordigt.

Aristoteles werd geboren in 384 v.Chr. te Stageira (Chalcidice), als zoon van de befaamde arts Nicomachus, lijfarts van koning Amyntas III van Macedonië (de grootvader van Alexander de Grote). Aristoteles is vroeg wees geworden. Hij werd opgevoed door zijn oom Proxenus. Op zeventienjarige leeftijd vertrok hij naar Athene en werd als leerling opgenomen in Plato's academie, die hij pas twintig jaar later, na Plato's dood in 347 v.Chr., weer verliet.

Aristoteles mag gezien worden als de eerste homo universalis, omdat hij bekwaam was in de totaliteit van de toenmaals bekende wetenschappen (filosofie, psychologie, politieke en sociale wetenschappen, wiskunde en natuurwetenschappen, taal- en letterkunde, theater...), die hij systematisch en methodisch tot een in zichzelf gesloten systeem uitwerkte. Aristoteles kan zo worden beschouwd als systeemfilosoof. Hij voerde bovendien de logica en de methodologie in als manier om wetenschap en filosofie te bedrijven.

Na op enkele plaatsen als docent werkzaam geweest te zijn, werd hij in ca. 342 v.Chr. door koning Philippus II naar Macedonië ontboden om als privéleraar de opvoeding te verzorgen van diens veertienjarige zoon Alexander, later 'Alexander de Grote' genaamd (tot ca. 340 v.Chr.).

Hij keerde in 335 v.Chr. naar Athene terug, waar hij dertien jaar lang in de Peripatos (wandelgang) van het Lyceum (Grieks Lykeion) heeft gedoceerd. Daarom wordt hij de stichter van de "Peripatetische School" genoemd.
Als gevolg van een anti-Macedonische reactie na het plotse overlijden van Alexander de Grote (in 323 v.Chr.) werd hij als collaborateur beschouwd en aangeklaagd wegens goddeloosheid. Anders dan Socrates verliet hij de stad, met als motivering "dat hij de Atheners een tweede vergrijp tegen de filosofie wilde besparen", verwijzend naar Socrates. Hij week uit naar Chalkis, naar het landgoed van z'n moeder.

Daar stierf hij een jaar later (op 7 maart) aan de gevolgen van een maagkwaal op eenenzestigjarige leeftijd. Uit zijn testament blijkt dat Aristoteles een zorgzaam huisvader en een humaan meester voor zijn slaven was. Enkele van zijn vrienden hebben hem zijn leven lang trouw gevolgd.
Vetruvius
Marcus Vitruvius Pollio (± 85 — 20 v.Chr.) was een Romeins militair, architect en ingenieur.
Hij is bekend als auteur van een boek over de bouwkunst en architectuur: De Architectura libri decem (De bouwkunst, in tien delen).

Hij is voornamelijk bekend geworden door dit werk, aangezien dit boek een van de weinig overgebleven boeken over de klassieke bouwkunde is, en daarom is de invloed op de Europese bouwkunst groot. Het is een van de voornaamste bronnen van de Romeinse bouwkunst en techniek.

Van zijn leven is alleen bekend wat hij er in De Architectura over vertelt. De architect Sextus Iulius Frontinus noemt hem als Vitruvius de architect. Plinius de Oudere schijnt Vitruvius gekend te hebben, maar noemt hem niet expliciet.
Zijn geboorteplaats is niet met zekerheid bekend, maar is hoogstwaarschijnlijk Fondi of Verona geweest.
Vitruvius diende mogelijk als (hoofd)ingenieur (praefectus fabrum) in het leger van Julius Caesar in de eerste eeuw voor Christus.

Volgens eigen woorden diende Vitruvius bij de Ballista (artillerist), het derde soort wapen in het Romeinse leger. Waarschijnlijk was hij hoofd van de ballista (senior artillerie-officier) die leiding gaf aan de doctores ballistarum (artillerie-experts) en libratores die de machines bedienden. Vitruvius sloot zich na 44 v.Chr. aan bij het kamp van Octavianus. Daar kreeg hij genoeg geld om zijn kennis op papier te zetten.
Jan Fabre
Jan Fabre (Antwerpen, 14 december 1958) is een Belgisch multidisciplinair kunstenaar. Hij maakte naam als tekenaar, operamaker, theaterregisseur, performancekunstenaar, choreograaf, scenograaf, schilder, beeldhouwer, installatiemaker en filmproducent. In elke specialiteit werkt hij, binnen een grote traditie, grensverleggend en grensoverschrijdend. Zijn artistieke opleiding genoot hij aan het Stedelijk Instituut voor Sierkunsten en Ambachten (te Antwerpen) en aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (te Gent).

Leo Copers, Jan Fabre en Patrick Van Caeckenbergh creëren een imaginaire wereld. Zij zijn samen met Wim Delvoye de sprookjesschrijvers van de actuele kunst in België, met een haast kinderlijke lichtheid en met de grootste openheid vertellen zij het moeilijke verhaal van deze wereld... Jan Fabre is de man die de wolken meet, hij tast het sublieme af en in confrontatie ermee omschrijft hij de nietigheid. Els Roelandt in de catalogus van S.M.A.K. te Gent 1997
Louis Sullivan
Louis Henry Sullivan (Boston, 3 september 1856 - Chicago, 14 april 1924) was een Amerikaans architect, die belangrijk was bij de ontwikkeling van de wolkenkrabber in Chicago. Hij was de bekendste exponent van de Chicago School of Architecture (1887-1893).

Louis Sullivan wordt gezien als de grondlegger van het functionalisme/modernisme in de bouwkunst. Hij verklaarde: "form follows function", hetgeen de basis is van het functionalisme; men vertrekt altijd vanuit de functie van het gebouw, de vorm volgt dan vanzelf.

Sullivan kreeg zijn kansen door de grote brand, die Chicago in 1871 grotendeels in de as had gelegd. Er moest een heel nieuw stadshart worden gebouwd. Hij paste veel hoogbouw toe: hij wordt gezien als de vader van de moderne wolkenkrabber en was de eerste die een gebouw met een stalen frame toepaste. Door de uitvinding van de lift kwamen er totaal nieuwe mogelijkheden in de architectuur. Dit betekende een ware crisis onder architecten.

Sullivan was de eerste die goed met deze crisis omging en greep de nieuwe mogelijkheden met beide handen aan. Hierdoor maakte hij hogere gebouwen met grotere ramen, en gebruikte hij zelf, als geen puur functionalist, wel versieringen om de bezoeker te laten zien hoe de vorm aan de functie was aangepast.

Hij was de leermeester van Frank Lloyd Wright, die zeven jaar voor hem werkte alvorens voor zichzelf te beginnen. In 1895 bezocht Berlage hem, en Sullivan oefende grote invloed uit op het latere werk van de Nederlander.
Andrea Palladio
Andrea di Pietro della Gondola (Palladio) (Padua, 30 november 1508 – Vicenza, 19 augustus 1580) was een Italiaanse architect. - De naam Palladio werd hem gegeven door zijn eerste opdrachtgever Gian Giorgio Trissino, als verwijzing naar Pallas Athene de Griekse godin van de Wijsheid.

De loopbaan van de Italiaanse steenhouwer Andrea di Pietro della Gondola nam een andere wending door het contact met de Noord-Italiaanse humanist Gian Giorgio Trissino (1478 – 1550). Zijn invloed ging veel verder dan enkel het humaniseren van di Pietro della Gondola’s naam tot Palladio, hij introduceerde hem in de klassieke oudheid door het lezen van Vitruvius en te reizen naar enkele klassieke steden, zoals Rome.

Uit Trissino’s geschriften haalde Palladio een gedachte die terugkeerde in zijn later werk namelijk ‘architecture is an art concerning the habitation of men, that provides a basis for utility and pleasure’. Door Trissino’s kritiek op het verlies van de kennis van de oudheid, de verkeerde interpretaties van Vitruvius en De Re Aedificatoria van Alberti nam hij een kritische houding aan ten aanzien van Vitruvius en Alberti.

Via Trissino leerde Palladio Alvise Cornaro (1484 – 1566) kennen, die rond 1555 zijn Trattato dell'Architettura schreef, een werk gericht naar de leek, over de bouw en renovatie van woonhuizen. Cornaro las Vitruvius zeer kritisch en distantieerde zich van de architectuurtheorie van zijn tijd, hij vond het gemak (commodità) van een gebouw belangrijker dan de esthetische waarde ervan. De rechtstreekse invloed van Cornaro op Palladio’s latere gedachtevorming is niet te miskennen: voor Palladio gold het woonhuis als prototype van alle gebouwen.

Het was dan ook geen wonder dat het tweede boek van Palladio’s hand, I quattro libri dell'architettura, volledig over het ontwerp van woonhuizen gaat. Rond 1550, de periode dat Trissino stierf, kwam Palladio in contact met de Venetiaanse humanist Daniele Barbaro (1513 – 1570). In zijn gezelschap bracht Palladio in 1554 zijn laatste bezoek aan Rome. Als gevolg hiervan schrijft Paladio L’antichità di Roma,een gidsboek over zijn studie van het antieke Rome, waarin de tekeningen gebaseerd waren op eigen exacte metingen.
Josef Albers
Aristoteles
Andrea Palladio
Uberto Boccioni
Robert Rauschenberg
John Cage
Damien Hirst
Joop Beljon
John Kormeling
Eadweard Muybridge
Vetruvius
Jan Fabre
Scott McCloud
Hans Eduard Meier
Adrian Frutiger
Paul van der Laan
Jacob van Deventer
Polykleitos
Plato
Louis Sullivan
Thonik
Thonik specializes in visual communication with an emphasis on graphic design, interaction design and motion design. We like to combine an integrated strategic approach with high quality design and an adventurous exploration of a broad array of media.

Clients include Museum Boijmans van Beuningen, the City of Amsterdam, the Dutch Socialist Party (SP), Amsterdam Public Library and VPRO.

Thonik had solo exhibitions at the Shanghai Art Museum, The Venice Architecture Biennial, Spiral Art Center Tokyo, Galerie Anatome and Institut Néerlandais Paris and the Moti Breda.
Christian Marclay
Christian Ernest Marclay (San Rafael (Californië), 11 januari 1955) is een Zwitsers-Amerikaans beeldend kunstenaar en componist. Zijn werk verkent verbanden tussen geluid, lawaai, fotografie, video en film. Marclay was een pionier in het gebruiken van grammofoonplaten en draaitafels als muziekinstrumenten om hiermee geluidscollages te maken.

Recensent Thom Jurek noemde hem de onbewuste uitvinder van turntablism.[1] Een van Marclays bekendste werken is de video-installatie The Clock. In 2012 werd Marclay door het Amerikaanse opinieblad Time op de lijst van de honderd invloedrijkste personen geplaatst.
Christian Marclay
Lawrence Weiner
Stefan Sagmeister
Wassily Kandinsky
Wassily Kandinsky (Russisch: Василий Васильевич Кандинский, Vasili Vasiljevitsj Kandinski) (Moskou, 4 december 1866 – Neuilly-sur-Seine, 13 december 1944) was een Russisch-Franse kunstschilder en graficus. Zijn schilderstijl behoorde aanvankelijk tot het expressionisme, soms ook wel gerekend tot het symbolisme. Kandinsky was een van de schilders die vorm en filosofische ondergrond gaf aan de abstracte kunst in het eerste kwart van de twintigste eeuw.
Filosoof en psychiater Viktor Kandinski was een oom van Kandinsky.

Kandinsky was aanvankelijk als jurist verbonden aan de Universiteit van Moskou. In 1896 vertrok hij naar München in Duitsland. Daar studeerde hij eerst twee jaar aan de Anton-Azbé-school en daarna aan de Akademie der Bildenden Künste. Kandinsky was één van de grondleggers van de kunstenaarsgroep de Phalanx en richtte na een jaar de Phalanx-Malschule op. Een van de leerlingen, Gabriele Münter, werd zijn levensgezellin.

In 1909 stichtte hij met zijn vriend Alexej von Jawlensky de Neue Künstlervereinigung München. Na een jaar verliet hij de groep echter en richtte in 1911 met Franz Marc de kunstenaarsvereniging Der Blaue Reiter op, genoemd naar een eerder ruiter-schilderij van Kandinsky en naar de voorliefde voor paarden van Franz Marc; van de kleur blauw hielden ze allebei. Der Blaue Reiter werd ook de naam van de door deze groep uitgegeven almanak. In 1912 verscheen in twee opeenvolgende edities zijn belangrijke essay Über das Geistige in der Kunst.
Thonik
Wassily Kandinsky
Jeroen Jongeleen
Umberto Boccioni
Umberto Boccioni (Reggio Calabria, 19 oktober 1882 - Verona, 16 augustus 1916) was een Italiaanse schilder en beeldhouwer. Hij was een belangrijke exponent van het Futurisme.

Boccioni werd geboren in Reggio Calabria, zijn ouders waren afkomstig uit Emilia-Romagna. Toen zijn vader werd overgeplaatst naar Forlì, was Umberto nog maar een paar dagen oud. Hij bracht zijn kindertijd in deze stad door. In 1910 ondertekende hij met Carlo Carrà, Luigi Russolo, Giacomo Balla en Gino Severini het Manifesto dei pittori futuristi (het futuristisch schildersmanifest).
Lawrence Weiner
Lawrence Weiner ( Bronx, NY, 10 februari 1942) is een Amerikaans kunstenaar en een centrale figuur in de ontstaansgeschiedenis van de conceptuele kunst, een kunststroming die in de jaren '60 van de twintigste eeuw haar opgang maakte in de Verenigde Staten. Zijn werk kenmerkt zich vaak door het gebruik van typografie.
Jeroen Jongeleen
Jongeleen woont en werkt in Rotterdam en Parijs. Zijn vroege jeugdjaren bracht hij door in Suriname. Na terugkeer studeerde hij in 1994 af aan de kunstacademie AKI, ArtEZ Art & Design Enschede. Van hieruit realiseerde hij zijn eerste serie clandestiene muurteksten en sticker projecten. In 1996 verhuisde hij naar Rotterdam waar hij al snel samenwerkingsverbanden met Erosie aanging.

Kunstruimte -bar/nachtclub- Les33, zijn samenwerkingsproject met de kunstenaars Erik van Lieshout en Marc Bijl, tussen 2001 en 2002, sloeg als podium een brug tussen de kunst- en graffitigemeenschap. Vanaf 2003 verbleef hij voor langere tijd in het atelier Holsboer te Parijs, waar hij contact had met de Parijse graffiti en pre-Street artscène.

Het werk van Jeroen Jongeleen speelt zich voor een belangrijk deel af in de openbare ruimte. Hij laat zijn sporen na in het stedelijke landschap met spuitverf, posters en stickers, die hij met foto en film documenteert. Met deze ingrepen wil Jongeleen het vrije gebruik van de stedelijke openbare ruimte promoten. Hij stelt de actuele positie van kunst in de maatschappij ter discussie en reageert op de macht die architectuur en reclame volgens hem uitoefenen op gebruik en uiterlijk van publieke ruimtes en haar gebruikers.
Stefan Sagmeister
Stefan Sagmeister (born August 6, 1962 in Bregenz, Austria) is a New York-based graphic designer and typographer. He has his own design firm—Sagmeister & Walsh Inc.—in New York City. He has designed album covers for Lou Reed, OK Go, The Rolling Stones, David Byrne, Aerosmith and Pat Metheny.

Sagmeister studied graphic design at the University of Applied Arts Vienna. He later received a Fulbright scholarship to study at the Pratt Institute in New York. He began his design career at the age of 15 at "Alphorn", an Austrian Youth magazine, which is named after the traditional Alpine musical instrument.

In 1991, he moved to Hong Kong to work with Leo Burnett's Hong Kong Design Group. In 1993, he returned to New York to work with Tibor Kalman's M&Co design company. His tenure there was short lived, as Kalman soon decided to retire from the design business to edit Colors magazine for the Benetton Group in Treviso, Italy.

Stefan Sagmeister proceeded to form the New York based Sagmeister Inc. in 1993 and has since designed branding, graphics, and packaging for clients as diverse as the Rolling Stones, HBO, the Guggenheim Museum and Time Warner. Sagmeister Inc. has employed designers including Martin Woodtli, and Hjalti Karlsson and Jan Wilker, who later formed Karlssonwilker. Stefan Sagmeister is a long-standing artistic collaborator with musicians David Byrne and Lou Reed. He is the author of the design "Made You Look" which was published by Booth-Clibborn editions.
George Gilbert Scott
Sir George Gilbert Scott (13 July 1811 – 27 March 1878), styled Sir Gilbert Scott, was an English Gothic revival architect, chiefly associated with the design, building and renovation of churches and cathedrals, although he started his career as a leading designer of workhouses. He was one of the most prolific architects which Great Britain has produced, over 800 buildings being designed or altered by him.

Scott was the architect of many iconic buildings, including the Midland Grand Hotel at St Pancras Station, the Albert Memorial, and the Foreign and Commonwealth Office, all in London, St Mary's Cathedral, Glasgow, the main building of the University of Glasgow, and St Mary's Cathedral in Edinburgh.

In about 1835, Scott took on William Bonython Moffatt as his assistant and later (1838–1845) as his partner. Over ten years or so, Scott and Moffatt designed more than forty workhouses,[citation needed] during the boom in building such institutions brought about by the Poor Law of 1834. At Reading, they built the prison (1841–2) in a picturesque, castellated style. Scott's first church, St Nicholas', was built at Lincoln, after winning a competition in 1838. With Moffat he built the Neo-Norman church of St Peter at Norbiton (1841).
George Gilbert Scott